Eind januari bezocht missionair werker ds. Wolter Stijf in Den Bosch een bijeenkomst met de populaire Vlaamse psychiater/auteur Dirk de Wachter. Het ging over ‘De druk van geluk – de zoektocht naar een zinvol leven’. De organisatoren moesten vanwege de overweldigde belangstelling uitwijken naar het Jhieronymus Bosch Art Center; ongeveer 650 bezoekers.
‘Een van de laatste sheet van De Wachters toespraak ging over hoop, al vulde hij dat niet concreet in. “Dat is onze core-business”, zei een PKN-predikante, die ik sprak. Gelijk heeft ze. We hebben een sterk verhaal, we hebben alles in huis om in gesprek te gaan over de hoop die in ons is. Maar dat is het probleem: de kerk klinkt muf. En omdat veel vragen en verlangens zo onbeantwoord blijven, puilen de wachtkamers van psychiaters uit’, zegt Wolter, pionier in de nieuwbouw van Rosmalen.
We zitten aan de koffie in de woonkamer op de eerste verdieping van zijn huis in de nieuwbouwwijk De Groote Wielen. Aan de horizon – achter de grote waterplas – ligt het wijkcentrum waar hij bij gebrek aan een eigen honk regelmatig een zaaltje huurt voor bijeenkomsten met buurtbewoners. ‘Kijken in de ziel’, noemt hij het, aandacht voor trage vragen. De Groote Wielen is onderdeel van Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch. Uitgestrekte welvarende wijken; de meeste huizen doen vermoeden dat er veel tweeverdieners wonen. Anderhalf jaar geleden is Wolter hier aan de slag gegaan als (parttime) missionair werker en zelfbenoemd wijkpastor.
Kapelaan
Er huist veel meer religiositeit in deze wijk dan je op het eerste gezicht zou denken’, zegt Wolter. Hij legt makkelijk contact. ‘Samen met de protestantse predikant van Rosmalen-Berlicum en de kapelaan van de parochie in het oude dorp heb ik rond de kerstdagen kaarsen uitgedeeld op de parkeerplaats van Albert Heijn. Dan komen de verhalen los. Ik herinner me een man die van ontroering spontaan begon te huilen. Er was veel stuk gegaan in zijn leven.’
Via foldertjes, visitekaartjes en berichtjes in de lokale krant maakt Wolter zich kenbaar als wijkpastor. ‘De postbode maakte een tijdje geleden een afspraak met me voor een pastoraal gesprek. Ze had mijn kaartje maanden bewaard voor dat doel. Zo zijn er ook anderen, die op reguliere basis met me komen praten.’ Soms neemt Wolter zelf het initiatief: ‘Nadat een buurtbewoner zelfmoord had gepleegd, ben ik er gaan praten; of liever: luisteren. Dat reken ik ook tot mijn taak.’
Stamtafel
In het eerste jaar heeft hij geëxperimenteerd met open maaltijden voor buurtbewoners, bij Wolter aan huis. ‘Misschien was de drempel te hoog, maar het liep niet echt. Er is wel een variant uit voortgekomen. Samen met een groep ‘nieuwkomers’, mensen met een migratie-achtergrond, hebben we gekookt in het wijkcentrum. Dat zal dit jaar weer worden herhaald. Voor diezelfde doelgroep gaat mijn vrouw een naaigroepje begeleiden, waarin gelijk ervaring wordt opgedaan met de Nederlandse taal.’
‘Het komt er op aan om door te dringen tot in de vezels van de wijk’, zegt hij. ‘En de mogelijkheden aftasten, pionieren is toch vooral proberen wat in deze context aanslaat, wat werkt.’ Al pratend ontstaat een gedachte om zich wekelijks met een mobiel tuinhuisje, caravan of een camper te manifesteren bij het winkelcentrum in de wijk. En hij wil de kansen verkennen om iets te organiseren voor de vele opa’s en oma’s die op doordeweekse dagen op hun kleinkinderen komen passen. ‘Een speelplaats voor de kinderen met een stamtafel voor de ouderen.’
Losser in z'n vel
Naast de twee dagen in Rosmalen is Wolter als predikant verbonden aan twee kleine gemeenten: de Hervormde gemeente van Meeuwen en de Bethel-gemeente in het centrum van Den Bosch. ‘Dat vergt dat je moet schakelen tussen verschillende contexten.’ Door de ervaringen in het missionaire werk zit hij als predikant ‘losser’ in z’n vel. Onlangs stelde ik een vraag, in een preek, waarop een jongen hardop reageerde. Ik ging vanaf de kansel het gesprek met hem aan. Zoiets zou ik 10 jaar geleden niet hebben gedurfd. Ik ben ook wel anders gaan preken, directer.’
Via zijn werk in Den Bosch is er ook een link met een kleine gemeente in Tilburg, waar hij optrekt met een groep jongeren. ‘Regelmatig eten we samen, bespreken pastorale vragen. Ze houden me een kritische spiegel voor. De onderlinge uitwisseling houdt mij scherp.’