Een nieuw kerkgebouw, een Focus-traject, Alphacursussen, een kinderclub, een Kliederkerk, een project voor Turkstalige Nederlanders – de lijst met ontwikkelingen in wijkgemeente ‘De Ontmoeting’ in Almelo is lang. ‘Alles is erop gericht om de gemeente een ‘vindplaats van heil’ te laten zijn, waar mensen zich niet afgewezen voelen, maar liefde en heling vinden’, zegt ds. Catherinus Elsinga. Zijn projectperiode als missionair predikant van de IZB zit erop.
Acht jaar geleden maakte hij de overstap van het dorp Den Ham naar Almelo, een stad met 73.000 inwoners en een sterk geseculariseerde bevolking. Een mengelmoesje ook, mensen overal vandaan, indertijd aangetrokken door de textielondernemingen in de stad. Grote groepen buitenlandse gastarbeiders wonen er: Turken en Armenen.
Catherinus kreeg er drie taken: hij deed missionair werk voor de stad, was gemeentepredikant van ‘De Ontmoeting’ en hij leidde een missionair project voor deze wijkgemeente. De Ontmoeting was kort daarvóór ontstaan uit een fusie van een reformatorische en een confessioneel-evangelische wijkgemeente. ‘De Ontmoeting is evenals haar voorlopers altijd een missionaire gemeente geweest. Gewone mensen, met een warm, diepgeworteld geloof. Een getuigenis geven – dat hoef je hen niet te leren, dat kunnen ze en vinden ze niet raar.’
Kort na zijn komst ging De Ontmoeting diensten houden in een bedrijfspand, aan de Bornebroekseweg. Niet ideaal, want een grote hal, ietwat buiten de bebouwde kom, maar het was in elk geval na vele onzekere jaren weer een vaste locatie. Na anderhalf jaar volgde weer een verhuizing, naar het huidige pand, middenin in een arbeiderswijk, een relatief arme buurt, waar ook veel mensen met een migrantenachtergrond wonen.
Catherinus: ‘Vaak wordt gezegd: Gemeenteopbouw gaat over geestelijke zaken. Pastoraat gaat boven stenen, of woorden van gelijke strekking. Ik heb hier ontdekt dat een gebouw wel degelijk van grote betekenis is voor gemeenteopbouw. De bereikbaarheid, de laagdrempeligheid. René van Loon noemt in Lente van de kerk als aanbeveling: maak het kerkgebouw tot visitekaartje van de gemeente. Een terecht advies: Voor wijkbewoners is de kerk als hun woning: ze drinken er een bak koffie, ze komen er naar de dienst, ze ontmoeten er buurtgenoten, etc. Het is als een dorpshuis op een dorp. Het is belangrijk om daarin te investeren.’
Met het oog op jonge gezinnen en buitenstaanders – twee belangrijke doelgroepen van ‘De Ontmoeting’ – ontstond het plan om de kwijnende avonddiensten een ander karakter te geven. Er kwamen afwisselend leerdiensten, diensten met getuigenis en gebed, laagdrempelige ‘Open diensten’ en zangdiensten. Catherinus: ‘De belangstelling is nu soms groter dan bij de traditionele tweede diensten van voorheen. De diensten nieuwe stijl hebben wel een liturgische omlijsting, maar zijn interactief. We zitten in een kring, er kunnen vragen worden gesteld, opmerkingen gemaakt. Ik ben geen voorstander van een informele kerk met kleine groepen, of huisgemeenten, zoals nu her en der wel wordt bepleit. Dat wordt al gauw sektarisch; de leden raken op elkaar uitgekeken, ze komen tekort aan goed onderwijs. Ik geef wel graag ruimte aan inbreng van gemeenteleden. Als je ze de kans geeft om een dienst te leiden of een bepaalde rol op te pakken, dan kunnen ze daarin groeien, is mijn ervaring. De avonddienst beschouwen we als een waardevolle aanvulling op de morgendienst; we spelen ze niet tegen elkaar uit.’
‘De invoering verliep zonder slag of stoot. Kernpunt bij zulke ontwikkelingen vind ik zelf dat we leven bij het gebed om de Heilige Geest, in het vertrouwen dat Hij mogelijkheden opent. Ook dat is kenmerkend voor deze gemeente, al decennialang. Gebed heeft een grote plaats. Om een voorbeeld te geven: in de periode dat ik hier kwam was een gemeentelid ernstig ziek; lag lange tijd in coma. De gemeente heeft intens voor haar gebeden en ze mocht weer herstellen. Een zoon van een echtpaar in de gemeente werd gegijzeld in Afghanistan; mede dankzij het gebed is hij vrijgekomen. Zo zijn er meer voorvallen geweest. Als er een belangrijke kerkenraadsvergadering is, zijn er mensen bijeen om te bidden. Vanuit het gebed nemen we de beslissingen, in het vertrouwen dat de Geest ons leidt. Gemeenteleden beleven dat ook als een essentieel onderdeel.’
Zoemen we iets verder uit, dan valt op dat De Ontmoeting een buitenbeentje is binnen de midden-orthodoxe/vrijzinnige lokale Protestantse gemeente. Catherinus: ‘Eigenlijk altijd geweest. Toen ik kwam had de gemeente jarenlang geen predikant gehad. Het gebouw was verkocht, we huurden ruimte voor kerkdiensten. Als je zolang tegenwind ondergaat, dan stempelt dat de gemeente. Maar tegelijk geldt: de mooiste dingen beleef je dwars door de crises heen. Strijdvaardig én afhankelijk, is de juiste houding. Een wonderlijke combinatie.’
Die houding is nu meer dan ooit nodig, want uitgerekend bij de afronding van het missionaire project, verloopt de verhouding met de algemene kerkenraad uiterst moeizaam. De Protestantse gemeente heeft plannen om alle wijkgemeenten tot één gemeente laten fuseren. ‘Een onmogelijke route, als je de onderlinge verschillen hier een beetje kent. De kerkenraad en de gemeente van ‘De Ontmoeting’ hebben, ook gezien de ervaringen in de afgelopen decennia, een paar randvoorwaarden op tafel gelegd: we behouden ons eigen gebouw, onze eigen predikant en identiteit. De zaak zit al ruim een jaar muurvast; we overwegen een aanvraag te doen om ‘wijkgemeente van bijzondere aard’ te worden. Het is bijzonder jammer dat het zo loopt; allerlei pogingen om met elkaar tot redelijk overleg te komen zijn op niets uitgelopen.
Het is te hopen dat we een weg vooruit vinden. In de afgelopen jaren ben ik vaak bepaald bij deze les van het Koninkrijk van God: accepteer dat het werken in Zijn dienst op tegenstand stuit. Er zijn maar weinig dingen in het Koninkrijk van God bereikt zonder lijden. Aanvaard de risico’s, niet door roekeloos te worden, maar door het in te calculeren. Kijk er niet van op, als je werk soms gepaard gaat met lijden. Wees ertoe bereid, om dat offer te brengen. It’s all in the game. Blijf in alles mensen liefhebben’