Men neme een actieve diaconie, een avonddienst, een betrokken voedselbank en een Focusthema. Wat je dan krijgt? Een gemeente in Vollenhove die een week lang meeleeft en meedoet aan een voedselbankproject en dat samenbrengt in een kerkdienst rond dienen, delen en gastvrijheid. We spreken Emmy Bredewout. Ze is moeder, oma, echtgenoot, intern begeleider op een basisschool, diaken in de Hervormde Gemeente van Vollenhove én één van de initiatiefnemers van dit mooie voedselbankproject.
‘Het begon allemaal met de vraag of we vanuit de diaconie één van de avonddiensten wilden invullen. Vanwege corona krijgen allerlei geledingen de kans om een avonddienst te verzorgen in samenwerking met de predikant. De jeugd, het Focusteam, maar nu dus ook de diaconie. In die dienst wilden de gemeente iets laten zien van de praktijk van ons werk dicht bij huis. We werken vanuit de diaconie veel samen met de voedselbank, dus dachten we: laten we concreet maken hoe het werk daar in elkaar steekt en waar onze giften voor de voedselbank naar toe gaan!
Toen we dat idee neerlegden bij de dominee, zei hij dat één van de Focusthema’s heel goed bij dat voorstel aansloot. Gesprek 5 uit het vierde blok gaat namelijk over Mattheus 25, het voeden van de hongerigen en het voorzien in de nood van de ander. Dat kwam heel mooi samen! De keuze om deze actie met dat thema te verbinden was snel gemaakt. En we wilden het ook graag combineren met een actie voor de voedselbank.
Dus langs allerlei wegen werden mensen binnen én buiten de kerk gemotiveerd om producten in te leveren voor de voedselbank. Dat was op zaterdag, en dan de zondag erna was die dienst. Die zaterdag was er een grote opkomst, en er werd heel veel eten ingeleverd! Daarnaast werden gemeenteleden uitgedaagd om een week lang te leven van het budget en de voedingswaren van mensen die afhankelijk zijn van de voedselbank. Zo konden mensen zelf eens ervaren hoe het is om zo te moeten leven!
Vervolgens hebben we al die dingen terug laten komen in de kerkdienst op zondag. We wilden iets laten zien van hoe het eraan toe gaat in de voedselbank. Toen ik daarvoor ging filmen, bleek dat mensen die zelf leven van de voedselbank het niet fijn vinden om daarover te praten. Ze zijn vaak beschadigd, hebben negatieve ervaringen met instanties of hun eigen omgeving. Daarom ging ik in gesprek met één van de vrijwilligers. We hebben haar ook gevraagd om de schriftlezing op te nemen op video. Dat wilde ze graag, ze bleek zelf diaken geweest te zijn vroeger!
Deze vrijwilliger legde uit dat veel mensen die zelf afhankelijk zijn van hulp, dat heel moeilijk vinden. Ze schamen zich ervoor, zijn wat afhoudend en vinden het gênant om om hulp te vragen. Bij de voedselbank moeten ze vertrouwen winnen. De vrijwilliger legde uit dat wederzijds respect heel belangrijk is, omdat je daarmee laat zien dat ze waardige mensen zijn.
Het filmpje van de voedselbank werd afgespeeld in de dienst, en andere diakenen verzorgden het gebed en een aantal liederen. Eén van de gemeenteleden vertelde hoe moeilijk ze het vond om mee te doen met de challenge, en hoe waardevol het is om zelf eens te ervaren hoe het leven is voor iemand die de voedselbank nodig heeft. Maar wat ik het mooiste vond aan de dienst, was de verkondiging. De dominee preekte namelijk over iets waar ik niet zo mee bezig was geweest. Hij preekte over gelijkwaardigheid. We proberen vaak uit onze plicht het goede te doen, spullen in te zamelen en te voorzien in nood. Maar uiteindelijk gaat het niet om goeddoen, maar om gelijkwaardige verhoudingen. Het is je broeder, daar in nood. Je bent niet verheven boven de ander als je het goed hebt of meer hebt om van te leven. Je zit naast elkaar aan tafel, leeft allebei van de genade. Dat vond ik een spiegel.
Vanuit de diaconie zijn we vaak bezig met opbrengt en verdelen. Je bent aan het werk: we hebben geld, waar gaan we het aan uitgeven? Maar veel van de mensen aan wie het besteedt wordt, ontmoeten we niet. Is er dan wel sprake van gelijkwaardigheid en omzien? Zo had ik er nog niet over nagedacht.’
Voor Emmy was dat het voornaamste leerpunt: dat het in diaconaal leven niet zozeer gaat om wat je geeft, maar of je geeft vanuit liefde en omzien naar de ander. Iets anders waar nog aan gewerkt wordt in Vollenhove, is om niet als diaconie de taak van de gemeente over te nemen, maar om gemeenteleden zelf ook te helpen in het leiden van een leven van barmhartigheid. ‘Uiteindelijk gaat het erom of je de mens in de ander kan zien, niet of je jezelf er met wat geld vanaf kan maken.’