Zoek

‘Perron’ in Zoetermeer knoopt banden aan met scholen

‘Perron’ in Zoetermeer knoopt banden aan met scholen

Denktank voor zaken rond identiteit

Al bijna twintig jaar is de IZB betrokken bij missionair werk in de nieuwbouw van Zoetermeer. Inmiddels telt de wijk Oosterheem 23.000 inwoners, van wie ongeveer 2% kerkelijk betrokken is. Timo Hagendijk, de huidige missionair (jeugd)werker en voormalig leerkracht, heeft samen met een kernteam een vernieuwend plan ontwikkeld, om nauwe banden aan te knopen met scholen in de wijk. ‘We hebben de overtuiging dat we een sterke driehoek kunnen vormen tussen gezin-school en kerk.’ 

16 september 2021

Contact met scholen is er van meet af aan geweest. De Perronmeetings, de laagdrempelige zondagse vieringen voor wijkbewoners, die sinds 2008 worden gehouden, vonden onderdak in de aula van een schoolgebouw, tot de ingebruikname van de Oosterkerk, in 2014. En er was een traditie gegroeid dat de medewerkers van ‘Perron’ de kerstviering op scholen verzorgden. ‘Meteen bij de eerste kerst na mijn aanstelling, in 2019, was ik onder de indruk van de kansen die daar lagen’, vertelt Timo. Hij werkte hiervóór 12 jaar als docent in het basisonderwijs in Veenendaal, dus hij voelt zich in zo’n setting als een vis in het water. Op één van de scholen zat de aula driemaal stampvol met (groot)ouders en kinderen uit onder-, midden- en bovenbouw. Met enthousiasme vertelt hij over de kerst net vóór de coronatijd, met een wandeltocht die dwars door de kerk liep, compleet met kerststal, levende have, kinderkoren, figuranten, etc. ‘Tot mijn stomme verbazing kwamen er 600 bezoekers. Ze stonden in de rij.’  

Zo zijn er dus contacten met drie grote protestants-christelijke bassischolen, waar Perron met Kerst en Pasen acte de présence mag geven. Maar in de Perronmeetings komt slechts een relatief kleine groep gezinnen; het aantal senioren is veel groter. Terwijl Oosterheem toch bekendstaat als een wijk met veel jonge gezinnen. ‘Je moet constateren dat we in de loop van de tijd het contact met die doelgroep wat zijn kwijtgeraakt’, erkent Timo. ‘Het tijdstip van de Perronmeetings kan er aan debet zijn. Een andere factor is van grotere invloed: in de beginfase van de nieuwbouwwijk had je Perron met allerlei activiteiten; verder was er niet veel. Nu er twintig jaar aan de wijk is gebouwd, is ook het aanbod van allerlei organisaties groter. Perron is nu één van de vele spelers.’  
De actuele situatie heeft geleid tot een vorm van omdenken. ‘Als we de jonge gezinnen niet naar de Perronmeetings komen, gaan we als Perron naar de plek bij uitstek waar je met hen in contact kunt komen: de scholen. Daar kunnen nieuwe persoonlijke relaties ontstaan, die de basis zijn voor activiteiten, bijv. kerk- en schoolmeetings, een buurtbarbecue, een hagepreek of een kerstdiner. Via zulke ‘instapevents’ kunnen ouders en kinderen op laagdrempelige manier betrokken raken bij de Perrongemeenschap.’ 

Maar de visie van Perron reikt verder; ze richt zich ook op de leerkrachten van de pc-scholen. ‘Veel docenten zijn verlegen met alles wat verband houdt met de christelijke identiteit van de school. Door een gebrek aan kennis of innerlijke betrokkenheid voelen ze zich onvoldoende vaardig om met ouders en kinderen over God en de Bijbel te spreken. Het voorlezen van een kinderbijbelverhaal is ons inziens niet de enige manier om aan je identiteit vorm en inhoud te geven. Wij willen daarom ondersteunende programma's gaan aanbieden, waardoor ze het geloof opnieuw ontdekken en gaan zien hoe ze het geloof kunnen integreren in de lessen.’  

De pioniers van Perron positioneren zichzelf zo als identiteitscoördinator of ‘denktank’ van de school.  
Timo ziet de uitwerking al voor zich: ‘We bieden de schoolleiding een soort menukaart, met allerhande activiteiten die de leerkracht ondersteunen bij identiteitsgebonden thema’s. Om te beginnen bij de christelijke feestdagen, maar verder variërend van workshops voor het docententeam tot een Alphacursus voor leerkrachten, begeleiding bij godsdienst- en burgerschapslessen, thema-avonden over geloofsopvoeding voor ouders, huiswerkbegeleiding, kinder- en jeugdclubs als naschoolse activiteiten, etc.’ 

In de plannen zoals die op papier staan proef je de hand van de oud-docent, die het reilen en zeilen van een basisschool van binnenuit kent. De ideeën zijn in de wandelgangen al met sommige docenten besproken. ‘Ik denk dat wij elkaar het komend jaar vaak gaan ontmoeten’, zei een leerkracht tijdens een van de ontmoetingen. 
Spannend is het nog wel. Timo: ‘We hebben geen verborgen agenda, we presenteren ons plan met open vizier, en stellen ons dienstbaar op. Als we door de drie scholen in de arm genomen worden, krijgen we er een hoop werk bij. Maar ook veel kansen.  
Het concept haakt aan bij een latent verlangen van schoolbesturen, schoolleiders en docenten, die herbronnen, zich opnieuw oriënteren op de ‘roots’ van christelijk onderwijs. Daar bieden we een plan voor. Ik kan me daarom voorstellen dat de aanpak uiteindelijk ook elders in Nederland wordt opgepikt. Het hoeft natuurlijk niet in een missionaire pionierssituatie. Een paar mensen met onderwijservaring in een kerkelijke gemeente kunnen deze vorm van identiteitsgebonden dienstverlening ook namens hun gemeente aanbieden aan een school in de buurt.’