Zoek

‘Ik had altijd het gevoel dat God erbij was’

‘Ik had altijd het gevoel dat God erbij was’

Als (oud-)dabarist moet je maar gissen of er iets is blijven hangen van het contact en de gesprekken met de campinggasten. Maar dan ineens spreek je iemand op wie Dabar vele jaren geleden een onuitwisbare indruk heeft gemaakt. Jantine de Vogel deed dertig jaar geleden evangelisatiewerk op de camping, haar zoon Job maakte afgelopen zomer deel uit van een team. In gesprek met moeder en zoon. ‘Je beseft niet half wat de impact is van het Dabarwerk.’

7 oktober 2021

Jantine de Vogel (51) uit Berkel en Rodenrijs werkt in het onderwijs. Ze is gespecialiseerd in het begeleiden van kinderen met een leervoorsprong. Begin jaren tachtig deed ze Dabar op de campings in Overberg en Stavenisse. ‘Ik herinner me wel de mooie gesprekken, maar ik vroeg me wel eens af wat ik de mensen meegaf.’

Op die vraag kreeg ze onlangs antwoord, tijdens een kennismaking met een nieuwe collega. ‘We praten over leerlingen, over onszelf en onze eigen kinderen, over opvoeden. De mooie momenten, maar ook de momenten waarop je het als ouder niet weet. Ik deel mijn geloof met haar, mijn vertrouwen op God. Ze is niet gelovig opgevoed, vertelt ze me. Toch luistert ze aandachtig. "Ik ben wel een soort gelovig", zegt ze. "Ik heb altijd het gevoel gehad dat God erbij was. Vroeger, als kind, ging ik naar de camping in Otterlo. Daar stond de Witte Tent. Elk jaar ging ik er heen. Ik vond het heerlijk, was er niet weg te slaan. Sindsdien ben ik altijd blijven zoeken. Ik heb mijn kinderen naar een christelijke school gedaan. Ik wilde dat ze het geloof leerden kennen. En zelf heb ik gesolliciteerd bij een christelijke vereniging. Ik ben blij dat ik hier mocht werken, al weet ik er niet veel van. We moeten nog eens verder praten".’

Veiligheid
Tot zover de verrassende ontmoeting met iemand uit de ‘doelgroep’ van Dabar. Jantine: ‘Nu had ik de gelegenheid om eens aan de andere kant van de lijn te staan. Dat had ik, na zoveel jaren, niet voor mogelijk gehouden!’ Ze wil benadrukken dat Dabarwerk niet alleen een kwestie was en is van het voeren van missionaire gesprekken. Dat kreeg ze ook terug van deze nieuwe collega. ‘Wat haar zo trof was de goede sfeer. De gezelligheid, de veiligheid ook.’ In de jaren dat deze vrouw de Witte Tent in Otterlo (waar Dabar nu overigens niet meer actief is) bezocht, was dit een constante. ‘Op de een of andere manier was ze haar hele leven op zoek naar mensen die bij een kerk of kerkelijke gemeenschap horen. Dat trok haar aan, ze voelde dat er iets van hen uitging.

Je bent jong als je Dabar doet. En je beseft niet half de impact. Zeker niet als je zelf uit een stabiel, veilig gezin komt. Dat gold destijds ook voor mij: ik was in een veilige sfeer opgevoed, dan heb je ook maar een beperkt zicht op wat er in sommige andere gezinnen allemaal kan spelen. Dat er kinderen zijn die, zo klein als ze zijn, al zulke heftige gebeurtenissen hebben meegemaakt.’

Geen hulpverlener
Job de Vogel (23) studeert bouwkunde in Delft en deed afgelopen zomer voor de derde keer Dabar. (Nu in Wierden, de andere jaren in Rijssen). Destijds stond hij niet meteen te trappelen. ‘Van mijn moeder had ik enthousiaste verhalen over Dabar meegekregen. Eerlijkgezegd dacht ik dat het meer iets van vroeger was, niet per se iets voor mij.’ Maar dat veranderde toen Job via de christelijke studentenvereniging waar hij lid van is (C.S.R. Delft), ook leeftijdgenoten over Dabar hoorde en geïnspireerd raakte door hun ervaringen. En zo sloot hij zich ook aan bij een Dabarteam.

 ‘De eerste keer ging het meteen heel soepel, ik moet wel zeggen dat ik het toen vooral ook voor de gezelligheid deed. Het tweede jaar was vergelijkbaar, maar afgelopen zomer had ik echt het gevoel dat ik aan het evangeliseren was. We hebben met elkaar gebeden, bijbels uitgedeeld. De eerste jaren had ik ook goede gesprekken met kinderen hoor. Maar het derde jaar ging het toch veel dieper. Als team zijn we overweldigd door de heftige verhalen van veel jongeren, die weinig goede hulp krijgen. Als christen, opgegroeid in een veilig gezin, heb je vaak zo weinig zicht op wat er allemaal speelt.

Ik realiseer me heus wel dat ik geen hulpverlener ben. Vaak hoefden we alleen maar te luisteren, je kunt niet veel meer doen dan dat. En voor ze bidden natuurlijk. Je kunt het trouwens niet in je eentje oplossen, daar heb je binnen het team elkaar voor nodig. Overigens hebben we soms in de loop van de week positieve ontwikkelingen gezien, zodat we toch weer hoop hadden toen wij – en de gasten – van de camping vertrokken. We hadden bovendien een hele toffe plaatselijke commissie achter ons staan die ons hierbij heeft geholpen.’

Of hij doorgaat met Dabar? Job sluit het niet uit – ‘een supervette organisatie’ – maar het kan ook in een andere setting zijn. ‘Ik ben wel van plan om dit soort evangelisatiewerk te blijven doen.’

Poppenkast
Natuurlijk hebben moeder en zoon De Vogel, met respect voor de privacy van de gasten toen en nu, ervaringen uitgewisseld. En uiteraard is Dabar met zijn tijd meegegaan, dus er zijn dingen veranderd.  maar opvallend veel is nog steeds zoals toen. Job: ‘Ook in mijn moeders tijd was er bijvoorbeeld een poppenkast. En het was goed om te horen dat zij ook gesprekken met mensen heeft gehad die haar altijd zijn bijgebleven.’  Jantine: ‘Ik ben afgelopen zomer bij Job en zijn team op bezoek geweest en ik merkte meteen: ‘Het is nog steeds het sfeertje van vroeger.’

 Job is de oudste van haar drie kinderen, ook de andere twee zijn ook serieus bezig met het geloof. ‘Dat maakt me dankbaar. Ik ben een bevoorrecht mens.’

Tekst: Anneke Verhoeven