Je zou het een voor-wat-hoort-wat-situatie kunnen noemen, maar dat klinkt net iets te zakelijk. Uniek is het concept van het kinderwerk in Wateringen, in het Westland, in elk geval wel: een ‘gewone’ buitenschoolse opvang huurt het kerkelijk centrum tegen een aantrekkelijk tarief. En namens de hervormde gemeente verzorgen twee activiteitenbegeleiders hier in kleine groepjes een bijbels vertel- en knutsel-uurtje. Win-win dus!
Er ging nóg iets bijzonders aan vooraf, in de vorm van een flinke erfenis van een lid van de hervormde gemeente Wateringen. Het bedrag dat deze persoon naliet moest, zo was bepaald, worden aangewend ten behoeve van kinderen en jongeren in Wateringen. De kerk besloot hierop, samen met de IZB, een vacature open te stellen voor een kinderwerker. Sinds begin 2022 zijn er zelfs twee in dienst: Roeland Dam en Gesina Joziasse. Ze zijn actief bij de kinderkerk, de jongerenclub en in de jeugdraad.
Roeland is theoloog en heeft ervaring als missionair pionier. Deze zomer verhuist hij, met vrouw en tweelingmeisjes van bijna een jaar, naar Wateringen. Gesina woont met haar man en drie tienerdochters in Valkenburg (bij Katwijk), is bijna klaar met haar HBO-studie theologie en deed en doet alle mogelijke vormen van kinderwerk: ze was overblijfjuf en dansjuf, heeft catechese gegeven, leidt kinderdiensten. ‘Ik heb dat vijftien jaar als vrijwilliger gedaan, en nu dan dus beroepshalve.’
Niet snoepen
Ze is deze middag, de laatste maandag van juni, de dienstdoend kinderwerker bij bso ‘Zon’. Niet dat die rol een soort zichtbare status aparte met zich meebrengt – er lopen in de Smidse gewoon vier volwassenen rond; de andere drie zijn pedagogisch medewerkers in dienst van de bso. Zo’n vijftien kinderen tussen de vier en zeven zijn net uit school en zorgen voor veel vrolijkheid. Namen als Fynn, Sophie, Quint en Mees op de felgekleurde ‘luizentassen’ aan de kapstokken zeggen iets over het milieu waar de jongens en meisjes toe behoren. Voor de meegebrachte snoepjes (vegan nog wel) wordt vriendelijk maar beslist bedankt. Zon hanteert een strak beleid: hier wordt niet gesnoept, zelfs niet als er iets te vieren valt. De kinderen drinken ook geen limonade of fris; voor de dorstige keeltjes is er water of melk.
Het kerkelijk centrum is speciaal verbouwd met het oog op de bso en het resultaat is een zeer kindvriendelijke ruimte. Beneden zitten een paar kinderen aan de grote knutseltafel. Anderen vermaken zich boven op de soort reuze speelzolder – daar bevindt zich ook de keuken waar pedagogisch medewerker Vicky, met hulp van een paar kinderen, voorbereidingen treft voor het bakken van appel- en kaasbroodjes. Een jongetje loopt naar een rek met verkleedkleren en haalt er een feestelijke glitterjurk uit.
Gesina gaat met haar koffer naar buiten om te knutselen. Dat kan mooi onder de overkapping; een ideale oplossing voor een regenachtige dag als vandaag. Kinderen mogen zelf weten of ze wel of niet met haar meegaan of liever (eerst) iets anders gaan doen. Lekker door het natte gras rennen bijvoorbeeld; hun laarsjes hangen klaar maar met blote voeten mag ook. Buiten spelen, liefde voor de natuur – het zijn nadrukkelijke onderdelen van de filosofie van Zon. Gesina: ‘En die sluit natuurlijk ook mooi aan bij het christelijk geloof: rentmeesterschap, goed zorgen voor de schepping.’
Toren van Babel
Op het grasveld staan picknicktafels, er is een strook moestuinbakken, die door de kinderen zelf worden onderhouden. Een gele puntpaprika piept parmantig boven de bladeren uit. Gesina zit inmiddels aan de grote buitentafel. Vier kinderen (later zullen er nog een paar bijkomen) kijken verwachtingsvol wat er tevoorschijn komt als de koffer wordt opengeritst. (‘Die koffer is zó’n succes!’) Ditmaal zijn de ingrediënten: houten blokken, stukken schuurpapier, verf en penselen. De blokjes moeten eerst worden gladgeschuurd, de kinderen gaan er ijverig mee aan de slag. ‘Ik heb pas onze hele buitenbank geschuurd’, vertelt een jongetje trots. Ze krijgen een knalgroen verfschort aan en mogen de blokken verven. Later die week zal er een toren van Babel van worden gebouwd.
Een van de pedagogisch medewerkers is erbij komen zitten en helpt een meisje met het kiezen van een kleur verf. ‘Per week doen we één verhaal’, vertelt Gesina. ‘De ene dag is er een vertelling, de andere dag een activiteit. Omdat niet alle kinderen hier elke dag zijn, kunnen ze toch allemaal alles meekrijgen. Volgende week doe ik een bijbel in de koffer, terwijl de kinderen de blokken opstapelen vertelt één van ons dan het verhaal van de torenbouw van Babel.’
Gesina en Roeland zijn dit voorjaar ‘gewoon maar bij het begin begonnen. Het scheppingsverhaal dus.’ Een meisje onderbreekt haar, ze is klaar met verven en wil naar binnen. ‘Let jij op poes?’ vraagt ze terwijl ze Gesina haar knuffel overhandigt. ‘Vorige week’, vervolgt ze, ‘hebben we het over de ark van Noach gehad. De kinderen mochten op allerlei manieren de kleuren van de regenboog uitbeelden, ook met nagellak.’
Onvoorwaardelijke liefde
De kinderen op deze bso zijn leerlingen van de christelijke basisschool Pieter van der Plas. ‘Ze zijn in grote lijnen dus bekend met bijbelverhalen. Je hoeft ze niet meer te vertellen wie Jezus is. Maar slechts een enkeling is afkomstig uit een gezin dat naar de kerk gaat. Het gaat ons voornamelijk om het bouwen van een relatie met de kinderen. In de twee jaar dat we met hen optrekken leer je ze kennen, en ze leren jou ook kennen. Ik ben hier pas vanaf maart, en toch ze weten allemaal mijn naam.’ Kinderen leren snel. ‘Toen ik pas een bijbel pakte uit de ontdekhoek, zei een jongetje: ”O, dat is het boek van de Here Jezus!”
Onze drijfveer is: onvoorwaardelijke liefde voor kinderen.’ En het doel? ‘We willen in ieder geval dat de kinderen in aanraking komen met het evangelie. Maar we zullen niet zomaar vragen: heb jij je hartje al aan de Here Jezus gegeven?’ Er zijn verschillende momenten waarop bso en kerk iets gezamenlijks doen. ‘Met Pasen was er voor de school een rol in de kerk, en Roeland en ik mochten de dienst leiden. Voor Kerst hopen we weer zoiets te doen.’
De ouders reageren verschillend op deze toch wel missionaire aanpak. ‘Er zijn er die hier naar de kerk gaan en van wie de kinderen op een andere bso zitten. Hun reactie: jammer dat onze zoon of dochter niet hier op de bso zit. Maar er zijn ook ouders voor wie het allemaal ver van hun bed is wat wij hier doen.’
Musical
Het is de taak van de bso om deze ‘deal’ naar de ouders te communiceren: de kerk heeft de ruimte beschikbaar gesteld, en Roeland en Gesina mogen ‘vrijwilligerswerk’ doen. Toch hopen ze de ouders geleidelijk aan te betrekken bij het kinderwerk. ‘Bijvoorbeeld tijdens hoogtijdagen. Je kunt een musical opvoeren. Ook denken we aan een tentoonstelling van de werkstukken die de kinderen hebben gemaakt.’
Het loopt tegen vijf uur, de eerste ouders komen binnen om hun kind op te halen. Vanuit uit het keukengedeelte verspreiden heerlijke geuren zich door de Smidse; de appelbroodjes – zonder suiker uiteraard – zijn klaar.
Tekst: Anneke Verhoeven
Foto's: Wouter Muskee