Het is bepaald geen straf is om hier een verbouwingsperiode te overbruggen, dat geeft Hans van Groningen ruiterlijk toe. Met zijn vrouw en een deel van het gezin woont hij tijdelijk in hun vakantiehuisje aan de Reeuwijkse plassen. Op deze stralende oktoberdag heeft hij voor koffietijd al een stuk hardgelopen en een duik genomen. Binnen is het een beetje woekeren met de ruimte, maar hij weet nu al: ‘ik zal dit straks zeker missen’.
Hans van Groningen werd in 1971 geboren in Voorburg/Leidschendam. Hij was drie toen het gezin verhuisde naar Kenia, waar zijn ouders werkten voor de GZB. Ze bleven er zes jaar, terug in Nederland gingen ze wonen in Waddinxveen, later in Gouda. Na de lagere school deed hij de havo, maar ‘school en Hans vormden niet zo’n goede combinatie’. Drie jaar lang werkte hij full time in de tuinbouw, bij een grote potplantenkweker. Toen zei de directeur (‘ik vermoed dat mijn vader onder één hoedje met hem had gespeeld’) dat hij toch beter verder kon leren. Hans schreef zich in voor de studie P&O aan de Vijverberg, de tegenwoordige CHE.
Z’n propedeuse haalde hij moeiteloos; hard werken was geen probleem voor iemand die gewend was een uur of 50, 60 per week te draaien. Er was nog tijd over voor iets ernaast. ‘Dat werd theologie. Veel onderdelen vond ik fantastisch, ik genoot van de disputen, maar de talen…’. Doorgaan met theologie was uiteindelijk geen optie, dus toen Hans zijn P&O-studie had afgerond, ging hij – inmiddels had hij de smaak van het studeren te pakken – bedrijfskunde doen. Nijenrode bleek wat te pittig, hij stapte al snel over naar Rotterdam. Intussen was hij getrouwd met Esther, ze woonden in Gouda.
Financiële crisis
‘Op een goede dag belde mijn oude baas, de potplantenkweker. Of ik de reorganisatie van zijn bedrijf wilde begeleiden. Processen optimaliseren, mensen op capaciteiten testen, dat soort dingen. Ik werkte er een half jaar, toen een collega-kweker zich meldde: hij zou mij ook graag inhuren voor zo’n klus.’ Lang verhaal kort: in 1998 ontstond Van Groningen Advies. ‘Eerst in de tuinbouwbranche, later ook binnen de overheid en het onderwijs. Toen kwam de financiële crisis van 2010/2011, waarbij veel bedrijven hun externe medewerkers eruit gooiden.’ Ook Hans’ opdrachten slonken in aantal. Hij was rond de veertig en stond voor de vraag: hoe nu verder? Inmiddels was hij samen met een collega-ondernemer gestart met het toepassen van FilterNet (een door de Evangelische Omroep ontwikkelde service) voor het onderwijs.’ Daar zat brood in: honderden scholen haakten aan. Om organisatorisch-technologische redenen en veranderingen in de internetmarkt moest dit project worden afgerond.
Via zijn broer kwam hij in 2014 in contact met een bestuur van basisscholen in de Achterhoek. ‘Ze wilden laten onderzoeken hoe de kinderopvang kon worden geïntegreerd in het onderwijs. Dat was toen nog heel visionair.’ Maar er waren tegenkrachten: het overheidsbeleid op het gebied van kinderopvang was op z’n zachtst gezegd nogal vaag. ‘De ene keer kregen oppasopa’s en -oma’s een riante vergoeding, een volgend jaar werden toeslagen teruggetrokken en verlaagd.’ Een faillissement van veel kinderopvang-organisaties bleek niet meer te voorkomen. ‘Zestien locaties failliet, een drama voor ouders. Mijn broer en ik geloofden echter dat er een markt was voor kinderopvang, we besloten samen het risico te dragen en in de kinderopvang te stappen en een doorstart te maken.’ In korte tijd waren ze uit de rode cijfers.
Zijn ervaring met de kinderopvangbranche konden ze in Gouda goed gebruiken. Er waren daar – evenals in andere delen van het land, zoals we inmiddels weten – grote problemen. Heel wat gezinnen kwamen in de schuldhulpverlening terecht. Hans is nu verantwoordelijk voor drie opvanglocaties in Gouda en Doetinchem. Hij weet hoe de hazen lopen op het gebied van veiligheid, gezondheid, pedagogisch beleid. ‘Het is een leuke branche. Je werkt met mensen, met kinderen. Ik hoop dit de komende jaren te blijven doen.’ Zijn consultancy-activiteiten heeft hij stopgezet.
Esther is orthopedagoog en werkt als leidinggevende van een ambulante dienst in het Speciaal Onderwijs. Zeker, er zijn raakvlakken, maar ze proberen zich niet te veel met elkaars werk te bemoeien. Overigens heeft Hans altijd zijn aandeel geleverd in het huishouden en de opvoeding van de vier kinderen. ‘Vanaf het begin was ik een dag in de week thuis.’ Hij lacht: ‘Ik denk dat ik veel meer naar het consultatiebureau ben geweest dan Esther.’
‘Nergens geworteld’
Rond zijn 15e kwam hij tot een bewuste geloofskeuze. Met warmte denkt hij terug aan de ‘degelijke GB-gemeente’ waar hij in opgroeide. Maar hij haalde zijn inspiratie ook wel elders vandaan, uit EO-RonduitWeekends bijvoorbeeld. Zijn jaren als zendingskind hebben hem gevormd. ‘De bril waarmee ik naar de werkelijkheid kijk, is gekleurd door mijn Kenia-ervaring. Ik ben nergens echt helemaal geworteld, en dat heeft ook als voordeel dat ik makkelijk ergens kan aarden. Er is veel meer dan Nederland, ik relativeer de Nederlandse maatschappij, ook de kerk. Veel discussies, bijvoorbeeld over de liturgie, kan ik eigenlijk niet echt meemaken. Eenheid in hoofdzaken, verscheidenheid in belangrijke bijzaken en de Liefde in alles.
Als het gaat over het vraagstuk van armoe en rijkdom, welvaart enz. denk ik wel eens…’ Wat volgt is een veelzeggend zwijgen. ‘Natuurlijk is hier ook armoede, er zijn economische uitdagingen. Maar we hebben een vangnet, een heel stelsel van steunmaatregelen.’ Fel: ‘Alleen al in de Hoorn van Afrika zijn twintig, dertig miljoen mensen die op dit moment bijna niets te eten hebben!’
Areopagus
Hans is bij de IZB betrokken geraakt via Kees van Ekris, nu hoofd IZB-Areopagus. ‘We leerden elkaar kennen tijdens onze studie theologie, en hebben altijd contact gehouden.’ Hij maakt deel uit van een groepje ondernemers die het werk van Areopagus, de vorming en toerusting van predikanten, financieel mede mogelijk maken. ‘Ik vind dit een heel belangrijke werktak binnen de IZB. Misschien voor de buitenwacht niet zo fancy, maar wel heel wezenlijk!’
Behalve de IZB ondersteunt Van Groningen onder meer YEP Ethiopia, een stichting die het midden- en kleinbedrijf in dit Afrikaanse land wil helpen bevorderen door middel van opleiding. ‘In maart ga ik er weer heen om een training te geven.’ Zijn ervaringen daar zetten hem aan het denken over migratie. ‘Ik kom daar jongens tegen die mij verzekeren: “Wij willen in Ethiopië blijven, wij willen helemaal niet weg”. Natuurlijk moeten we wel fatsoenlijk omgaan met belangen van die landen, en ze niet leegplunderen. Want dat is wel wat gebeurd is, en helaas nog steeds gebeurt…’
Het is duidelijk dat een deel van zijn hart nog altijd in Afrika ligt. ‘Drie jaar geleden heb ik de Kilimanjaro beklommen. Door corona viel alles stil; ik heb de expeditieleider kunnen helpen met het opzetten van een supermarkt, want hij had bedacht dat mensen altijd en ook voor expedities behoefte hebben aan eten en drinken. Nu wil-ie uitbreiden en er een soort lodge van maken. Met een bedrag van tien- tot vijftienduizend euro kun je daar giga veel voor elkaar krijgen.’
Suikerfeest
Over de rol van het geloof in zijn werk: ‘Deze weken heb ik met alle medewerkers, meer dan veertig, een voortgangsgesprek. Ze weten allemaal van mij dat ik christen ben. Juist als ze in omstandigheden zitten die impact hebben op hun leven, merk je dat ze open staan voor een gesprek over God en geloof. Soms zeg ik: ik neem dit mee, ik ben gewend te bidden, vind je het goed dat ik voor je bid?’
De kinderopvang in Doetinchem is gelieerd aan een evangelische basisschool. ‘Zo’n 70 procent van de gezinnen is christen. Die identiteit is merkbaar, bijvoorbeeld rond de christelijke feestdagen. Er wordt geen specifiek aannamebeleid gevoerd, wel verwachten we dat de ouders betrokken zijn. De kinderopvang in Gouda is neutraal. Daar is bijvoorbeeld aandacht voor het Suikerfeest. Wat het verschil is? Ach, een christelijk sausje is makkelijk uitgegoten.’
In het adagium “getuigen, desnoods met woorden” kan Hans zich helemaal vinden. ‘Om missionair iets te kunnen betekenen, moet je langere tijd met iemand optrekken, is mijn ervaring. Ik geloof dat het er meer om gaat hoe je in je levenswandel laat zien dat je christen bent, of je nu bij een neutrale of een christelijke organisatie werkt.’
Tekst: Anneke Verhoeven
Foto: Koos van Noppen