‘Liefde voor de buurt’ is het thema van ons magazine Tijding, dat op 1 november verschijnt. Reint van der Knijff deelde zijn ervaringen als dorpsdominee in Molenaarsgraaf in een column. 'Aanwezig zijn bij evenementen zoals de aubade, de plaatselijke wielerronde en de jaarlijkse dodenherdenking werkt verbindend.'
‘We verwachten dat je met ons een oranjebitter drinkt bij de aubade in de feesttent.’ Zo luidde het antwoord van een van de leden van de beroepingscommissie een aantal jaar geleden. Uit de communicatie was duidelijk geworden dat de kerkenraad het belangrijk vond dat de nieuwe predikant zichtbaar aanwezig zou zijn op het dorp. Toen ik de vraag stelde welk beeld men daarbij had, kwam onder andere de feesttent van de Oranjevereniging ter sprake. Wees daar, waar het dorp samenkomt.
Dit verlangen van de kerkenraad sprak me erg aan. We woonden in die tijd in een grote plaats, op behoorlijke fietsafstand van de kerkelijke gemeente waar we als net-afgestudeerde en nog-studerende bij betrokken waren, in een buurt zonder al te veel onderling contact. Dat maakte missionaire aanwezigheid niet eenvoudig. De verhuizing naar een klein dorp met een sterke sociale cohesie bracht ons in een andere wereld. We zagen allerlei mogelijkheden om dichter bij de mensen te komen. Maar hoe doe je dat?
Nu, zes jaar later, heb ik geen pasklaar antwoord op die vraag. Wel ben ik een aantal ervaringen rijker en illusies armer. Er waren momenten van verwondering en momenten van verbazing. De diepste les voor mezelf was dat ik de vraag moest veranderen. Waar ik me eerst afvroeg hoe je dat doet – dominee voor het hele dorp zijn, zou ik nu vragen hoe je dat bent. Voor mijzelf speelt de Naam van God hierin een grote rol, die Naam waarmee Hij zich bekendmaakte aan Mozes: Ik ben, Ik ben erbij, Ik ben present (Exodus 3). Niet ‘ik doe’, maar ‘ik ben’ staat voorop. Er zijn bij en voor alle mensen die op je pad komen, voor elke dorpeling, in alle omstandigheden van het leven. Dat geldt overigens voor ons allemaal, of je nu dominee bent of niet.
Als ik bezoekwerk lopend deed, kostte dat weliswaar wat meer tijd, maar het leverde allerlei contactmomenten op: je groette ieder die je tegenkwam, passeerde huizen waarvan de bewoners naar je zwaaiden en soms ontstond er onverwachts een gesprekje. Aanwezigheid bij evenementen zoals de aubade, de plaatselijke wielerronde en de jaarlijkse dodenherdenking werkte verbindend. Soms bleek later dat mensen me dan wisten te vinden als er iets was dat hun leven intens raakte, zoals ziekte of plotselinge sterfgevallen.
Karrenoptocht
Naast die aanwezigheid bij wat er al was, zocht ik ook naar nieuwe ontmoetingsmomenten. Met enthousiasme ging ik een vaste ochtend in de kerk werken, met de deuren open en een wapperende vlag langs de weg: ‘De kerk is open’. De kunst was om geen hoge verwachtingen te koesteren, maar verrast te worden als er soms iemand was voor wie de drempel op woensdag wat lager bleek dan op zondag.
Soms zag je kansen, vaker moesten je ogen ervoor open gaan. Soms zag je het te laat. Zoals die keer dat we als gezin genoten van de vijfjaarlijkse karrenoptocht op Koningsdag en ik me pas op dat moment realiseerde dat alle verenigingen van het dorp een kar hadden gemaakt, maar we als kerk afwezig waren...
Er waren echter ook momenten van verwondering. Flitsen van echt contact, gelegenheden om iets van Christus ter sprake te brengen, momenten waarop je als dienaar van het Woord herkend en benaderd werd. In het bijzonder denk ik aan momenten van ziekte en rouw. En aan die dienst in de feesttent van de Oranjevereniging. Meestal was er een spreker van buiten, deze keer mochten we de invulling verzorgen met de drie plaatselijke predikanten. Van een behoorlijk losstaand jaarlijks event, werd het een moment van verbinding tussen voorgangers en dorpsgenoten. Zichtbare aanwezigheid van predikanten die zaaien, in de hoop op vrucht voor hem die vaak verborgen aanwezig is op het dorp. In het geloof dat Hij ons bestaan deelt, ook ons dorpsbestaan. Hij is er en zal er zijn. Namens hem mag ik zichtbaar aanwezig zijn. Voor mij is dat het kostbare geheim van de liefde voor het dorp, de vreugde van het leven als dorpsdominee.
Ds. Reint van der Knijff, Molenaarsgraaf
De nieuwe editie van Tijding, met deze column, is vanaf 4 november hier te lezen.