Hoe ga je in je preken om met verdeeldheid onder je kerkgangers? We spraken erover met Frans van Santen, Episcopaals priester in Ocala, Florida. Vlak na Trumps verkiezing hield hij een preek voor zijn gemeente, die politiek zeer verdeeld is, over het Koninkrijk van God. ‘Ik wil onpartijdig zijn, maar ook een tegenstem bieden én een Bijbels alternatief schetsen.’
‘Ik kom net bij een fabriek vandaan’ vertelt Frans van Santen, als we hem online spreken voor dit interview. ‘In die fabriek houd ik elke dinsdag een praatje van vijf minuten over het geloof, na de mededelingen van de directie.’ Zijn gehoor bestaat uit mensen die watertanks voor de brandweer lassen, vertelt hij. Het meditatieve moment is een traditie die al twintig jaar bestaat. ‘De meesten luisteren goed. Voor hen is dit hun wekelijkse kerkdienst, want op zondag doen ze wat anders. Maar er zijn er ook een paar die naar hun mobiele telefoon kijken terwijl ik praat. Dat houdt mij nederig. In mijn kerk word ik vooral bevestigd in wat ik doe, maar deze mensen denken: zonder jou gaat mijn leven ook door.’ Ondertussen is er op sleutelmomenten in het leven wél degelijk contact, bij een overlijden wordt hij opgezocht en is er de gelegenheid om van betekenis te zijn.
Van Santen liet ons een paar maanden geleden weten dat hij als Nederlander in de VS deze nieuwsbrief leest. We mailden wat heen en weer over de politieke situatie en spraken een interview af voor rond de verkiezingstijd.
Hij en zijn Amerikaanse vrouw gingen in Nederland al naar de Anglicaanse kerk en Van Santen besloot om in die kerk priester te worden.
In 2020 verhuisden ze van Badhoevedorp naar Ocala, een stad van ongeveer 70.000 inwoners in Florida. In 2023 kreeg hij daar de verantwoordelijkheid voor de Episcopaalse gemeente Grace Church, die onder de wereldwijde Anglican Communion valt. Het is een grote gemeente, waar meerdere priesters en stafmedewerkers aan verbonden zijn. De liefde voor theologie kreeg hij van huis uit mee. ‘Mijn vader is emeritus predikant binnen de PKN. Hij werd dominee toen hij 43 werd. Ik werd ook op mijn 43ste bevestigd.’
Jouw kerk in Ocala kent voor ongeveer 50% Republikeinen en de andere helft Democraten, mailde je. Hoe ga je om met die tegenstellingen?
‘Mijn voorganger hield na de Capitoolbestorming een stevige speech waarin hij de gang van zaken zo scherp aan de kaak stelde dat ik dacht: ga je niet te ver? Toen zijn er veel mensen weggegaan uit de kerk. De politiek hier is, kortom, een mijnenveld. Toen ik ongeveer een jaar geleden de leiding overnam van deze gemeente, vroeg ik me af hoe ik dat zou aanpakken.’
Een paar dagen voor de verkiezingen stuurde je een brief aan je kerkleden. Je wijst daarin op de groeiende verdeeldheid, je benoemt dat je dat verdriet doet. Vervolgens wijs je op Christus die oproept om de ander ‘uitnemender te achten dan jezelf’. Je benadrukt dat het een keuze is om de ander als het kwaad aan te wijzen en je wijst dat eenheid de enige weg vooruit is. En dat eenheid niet betekent dat je het in alles met elkaar eens hoeft te zijn. Wat was de aanleiding om die brief te schrijven, om te kiezen voor die manier van communiceren?
‘Eerlijk gezegd wist ik een paar weken geleden niet wat ik zou doen. Ik neem deel aan een mannenkring. Daarin heb ik mijn dilemma voorgelegd: moet ik iets zeggen in de aanloop naar de verkiezingen? Zij zeiden: we willen wel weten hoe jij als geestelijke vindt dat we hiermee moeten omgaan. Toen dacht ik: oké, dan moet ik dat uitzoeken. Ik heb bij die zoektocht veel gehad aan de theoloog Andy Stanley. Hij heeft onder meer een boek geschreven over polarisatie. Hij is een soepele communicator en bij zijn geestelijke toon voel ik mij thuis. Ik wil graag onpartijdig zijn, maar tegelijkertijd een stem inbrengen die confronteert, die niet alleen een tegenstem is, maar ook een alternatief biedt dat heel dicht bij Gods Woord ligt. Dat heb ik geprobeerd te verwoorden in die brief.’
Wat voor reacties kreeg je op die brief?
‘Heel positieve reacties. Veel kerkleden zijn blij dat niet alles politiek is. Dat er ook een wereld is buiten de politiek.’
Als gemeentelid word je ook heel moe van polarisatie, kan ik me indenken.
‘Ja! Het is een verademing als de kerk op zondag een plek mag zijn waar je tot jezelf komt, waar je tot God komt, waar het even niet over politiek gaat. We hebben er in de afgelopen periode kerkleden bij gekregen die heel loyaal waren aan hun gemeente, maar afscheid namen vanwege het christelijke nationalisme dat hier invloedrijk is.’
Jij zet in op de eenheid. Dat doe je ook in een prachtige preek die je hield vlak na de verkiezing van Trump, waarin je spreekt over de identiteit van een mens als kind van God. Hoe gaan we nu verder, als kinderen van God, is de centrale vraag die je stelt. Je stelt dan dat het Koninkrijk van God begint in je eigen hart. Dat betekent: niet naar een ander wijzen, maar naar jezelf.
Is dat een statement? Oproepen tot eenheid is op zich geen spannende boodschap. Daar kun je het moeilijk mee oneens zijn, dunkt me.
‘Er hing voor mij wel een zeker gewicht aan. Ik besefte tijdens de preek: hier geloof ik heilig in. Als iets ons kapot kan maken, dan is het wel dat de eenheid in de samenleving verbrijzeld wordt. In mijn kerk is, zoals gezegd, ongeveer de helft Republikein en de andere helft Democraat. Als ik zou zeggen wat ik stem, dan vergeten ze dat nooit meer. Alles wat ik daarna zeg over een thema in de samenleving wordt dan onmiddellijk politiek ingedeeld. Ik wil een onafhankelijke stem, een vertolker van het Woord van God blijven, maar hier zit je gelijk in een kamp als je je politieke voorkeur expliciet maakt. Daar kies ik dus nadrukkelijk niet voor. Als Nederlander mag ik niet stemmen, en ergens ben ik daar blij mee, want dat biedt ruimte.’
Hoe gaat dat in gesprekken met gemeenteleden?
‘Iemand hier op kantoor was erg opgelucht dat Trump won. Ik luister daarnaar met de vraag in mijn achterhoofd hoe ik haar de liefde van Christus kan laten zien. Ik wilde op een gegeven moment ook een tegengeluid geven, maar wel op een liefdevolle manier. Dezelfde benadering kies ik bij mensen die bijna hun bed niet meer uitkomen, zo veel zorgen maken ze zich na de verkiezingsuitslag.’
Ergens is de kerk dus een countercommunity, een tegencultuur. Lukt dat?
‘Zeker wel, ja. De vraag is wel hoe sterk dat echt is. De politiek leidt hier tot verwijdering in families, ongeveer op de manier zoals we in de coronatijd in Nederland ook gemerkt hebben. Ook daarom zoek ik naar een overstijgend perspectief. De enige manier om samen achter Jezus aan te gaan, is op deze manier. Ik benadruk dat ook als mensen lid willen worden van deze gemeente. Dan zeg ik: in deze kerk knielen we voor Jezus naast mensen met wie we het niet eens zijn. Als je dat niet kan, dan zijn er veel alternatieven voor onze kerk.’
Zijn mensen daarnaar op zoek, naar die benadering?
‘Ik denk dat dit overstijgende ideaal raakt aan het verlangen dat God in ons heeft gelegd, om met Ignatius te spreken. Een verlangen om gezien te worden door God en de ander, een verlangen om bij Gods familie te horen, een verlangen naar een veilige plek waar je jezelf mag zijn in de veiligheid die God en die wij samen bieden. Als dat verlangen aangeraakt wordt, geeft dat mensen een gevoel van erkenning en thuiskomen. Heel veel mensen komen bij ons geestelijk thuis. Ik sprak een man van in de 80 die in tranen was toen hij zich bij ons aansloot. Hij zei: hier ben ik jaren naar op zoek geweest.’
Is dat een taak van voorgangers: je niet laten meeslepen, op nuchtere afstand blijven?
‘Ja, dat denk ik wel. Als predikant ben je ergens ook een duider van de tijd. Wat doet ertoe, en wat is ruis? Tim Keller was voor mij daarin een belangrijke stem. Ik mis hem, maar er zijn gelukkig ook andere stemmen voorhanden. Ik oriënteer me daarbij trouwens ook op Nederlandse theologen. Recent beluisterde ik een aflevering van de Ongelooflijke podcast met Kees van Ekris. Hij zei: mythologische verhalen raken ons het diepst. Dat was voor mij aanleiding om over het Koninkrijk van God te preken. Ik dacht, na de overwinning van Trump: wat is het grote verhaal dat boven die tegenstellingen uit gaat? Daarom koos ik ervoor om dat Koninkrijk te schetsen, in zo meeslepend mogelijke bewoordingen.’
Trump heeft natuurlijk ook een mythe, van de ‘Golden Age’ van Amerika.
‘Er zitten elementen in Trumps mythe die raken aan het verlangen waar Ignatius het over heeft. Het is dus niet allemaal verkeerd. In mijn preek heb ik er wel voor gekozen om het Koninkrijk van God te relateren aan begrippen als zachtmoedigheid en vrede.’
Je sloot je preek af met een visioen, een gebed gebaseerd op Openbaring 21, waarbij in plaats van het nieuwe Jeruzalem de naam van jouw stad, Ocala werd genoemd. Dat was een visionair, bijna profetisch moment. Je trekt als het ware een visioen van een gelukkige toekomst naar het nu.
‘Drie jaar geleden kwam ik het gedicht ‘The new Glasgow’, op het spoor, een gedicht dat je kunt aanpassen aan je eigen woonplaats. Ik heb toen het natuurgebied Silver Springs daarin beschreven, dat al mijn gemeenteleden kennen. In mijn gedicht zwemmen daar kinderen in. Op dit moment kan dat niet, er zwemmen alligators. Zo heb ik de werkelijkheid proberen te herschrijven. Zo komt Gods Koninkrijk hopelijk dichterbij en wordt het tastbaar. Dat is een van de taken van voorgangers. Wat mij raakt is de passage over de mensen van Grace Church die breed glimlachen, bevrijd en levend in Gods Koninkrijk: wij zijn zo gelukkig!’
Het raakte me en ik moest aan mijn eigen dorp denken, waar ik van houd omdat ik me er thuisvoel.
‘Ja, het is alsof de Boom des Levens geplant is in het centrum van het dorp en dat iedereen daar in verrukking naartoe komt: hier hebben we op gewacht! Dat visioen, daar kan Trump niet aan tippen, trouwens, wie wel?’
Wat voor reacties kreeg je op die preek?
‘Mijn vrouw heeft de preek trouwens voor een kwart geschreven, door haar aanpassingen en opmerkingen bij mijn concept. Ik heb het ook aan de voorzitter van de kerkenraad laten lezen. Van een aantal mensen van wie ik weet dat ze op Trump stemmen, hoorde ik dat ze er blij mee waren. Dat geldt ook voor mensen die uitgesproken tegen Trump zijn. Er waren behoorlijk veel mensen die zeiden: dat ga ik aan vrienden doorsturen. Mensen voelden ook we het gewicht van het moment, die zondag vlak na de uitslag. Normaal is mijn preek veel meer narratief, verhalend, gericht op het openleggen van een Bijbelgedeelte. Dit keer heb ik het anders aangepakt.’
Ook als je de preek online beluistert, voel je dat er op een gegeven moment een ernst, een gravitas insluipt. Je vertelt over mensen die na de uitslag niet konden slapen van opwinding of juist van de zorgen die ze hadden.
‘In een landschap waar over politiek niet gepraat kan worden, had ik het idee dat er met deze preek iets doorbroken werd. Aan het begin had ik het gevoel dat veel toehoorders dachten: waar gaat dit naartoe? Trump-aanhangers vinden dat je niet te ver moet gaan in het bekritiseren van zijn gedachtegoed. Trump-tegenstanders kunnen niet wachten totdat je eindelijk iets over hem zegt. Van twee leden van onze gemeente die homo zijn, kreeg ik na afloop een knuffel. We zijn bang geweest, maar hiermee kan ik de week in, zei een van hen. Mensen voelen zich toch bedreigd. Er is geen acute dreiging, maar hoe het verdergaat, weet niemand. Die zwaarte van het moment voelde ik wel, tijdens de preek. Het liefst preek ik met een zekere humor. Dat vinden Amerikanen belangrijk. Een goede grap aan het begin, dan is iedereen ontwapend en dan kunnen we de diepte in. Maar hier viel niet zo veel te lachen. Ik ben blij dat mijn vrouw zo nadrukkelijk heeft meegedacht en meegeschreven.’
Er kan wel een moment komen dat je je uit moet spreken. Bijvoorbeeld als Trump zich ontwikkelt in de richting van het fascisme. Hoe kijk jij daartegen aan? Ik denk bijvoorbeeld aan een aflevering van de podcast Moderne Profeten, over de Deense predikant Kaj Munk, die werd geliquideerd nadat hij zich uitsprak tegen de Nazi’s.
‘Ik weet nog dat ik die podcast luisterde, in het vliegtuig terug na een familiebezoek aan Nederland, samen met mijn dochtertje. Er kan een dag aanbreken dat dit ook voor mij geldt, dacht ik toen. Ik heb afgelopen weekend aan mijn vrouw verteld: als er een reden is waarom ik vroegtijdig zou moeten overlijden, dan hoop ik dat dit die reden is. Het kan ook zijn dat wij als gezin in de loop van de tijd bedreigd worden. Dat er iemand in de kerk zit met een geweer. Ik vind het heel lastig om daarbij stil te staan. Ik heb het idee dat God woorden geeft op het moment dat ze nodig zijn, niet altijd lang van tevoren. Ik hoop dat God mij de moed geeft om me uit te spreken, maar ik denk natuurlijk ook aan mijn kinderen. We kennen allemaal de verhalen van onze opa’s en oma’s uit de Tweede Wereldoorlog: als het spannend wordt, zijn de meeste mensen geneigd om in te binden. Als het zover komt, hoop ik en bid ik dat ik dat niet zal doen.’
Je vertelde dat sommige kerkgangers opgelucht waren na de dienst en je zelfs een knuffel gaven. Heeft de preek na de verkiezingsuitslag jouzelf ook opgelucht?
‘Nee. Ik voelde wel: deze zondag is groter dan andere zondagen. Ik ging er dus helemaal voor, want dat moet ik doen als voorganger op zo’n moment, vind ik. Maar liever leg ik gewoon een Bijbelverhaal uit. Vorige week had ik het over de blinde Bartimeüs. Jezus die stilstaat terwijl iedereen doordendert. ‘We are moving on’, dat is een Amerikaans gezegde. Zo’n Bijbelverhaal uitpakken en visualiseren wat daar in Jericho gebeurt, daar houd ik van.’
Ten slotte. Toen ik naar de kerkdienst waarin je voorging zat te kijken, viel me weer de rijkdom van de Anglicaanse liturgie op. Toen ik pas in Engeland was ervoer ik dat ook: hoezeer de liturgie een dragende kracht is voor de preek.
‘De Anglicaanse traditie kent bepaalde accenten, die terugkomen in de architectuur en de liturgie. Bij ons staat de preekstoel opzij van het pad dat leidt naar het altaar, waar we verzoening vinden en knielen. De preekstoel staat dus niet centraal. Het hoogtepunt is de eucharistie, en die vieren we dan ook elke dienst. En er is nog een traditie die ik belangrijk ben gaan vinden. Na elke preek spreken we de geloofsbelijdenis van Nicea uit. Weet je waarom we dat precies dan doen? Nee? De belangrijkste reden is dat de geloofsbelijdenis een correctie is op de preek. Iets als: Frans heeft goed zijn best gedaan maar het blijft mensenwerk. Als er iets niet aan klopt zetten we dat meteen recht met eeuwenoude woorden van geloofswaarheid. Dat is een heilzaam element, vind ik.’
Hij laat even een stilte vallen. ‘Een ander heilzaam element is dat ik functioneer onder een bisschop, een heel goede, begaafde vent. Jaarlijks hebben we een moment waarin mijn wijding als priester wordt bevestigd. Elk jaar dat ik die gelofte opnieuw doe, besef ik dat ik in dezelfde tred blijf voortwandelen als priester. Het is heel vernieuwend om daar opnieuw ja op te zeggen. Af en toe denk ik: als ik me in Nederland weer bij de Protestantse Kerk zou aansluiten, dan zou ik deze punten uit de Anglicaanse traditie graag meenemen.’
Tekst: Teun de Ridder en Nels Fahner
Voor contact met Frans: frans@graceocala.org