‘Toen ik na aan mijn gemeente bekendmaakte dat ik Parkinson had, werd ik erg gesterkt door gebeden van anderen’, schrijft ds. Leo Smelt in Lichtspoor. En ook: 'De tijding dat je ongeneeslijk ziek bent, brengt een schok teweeg.' Lees hieronder zijn reflecties.
Zieken en mensen in hun omgeving zullen ruwweg twee reacties herkennen: ‘God heeft mijn gebed gehoord en verhoord’ òf ‘God heeft onze gebeden niet verhoord’. Bij verhoring is er dankbaarheid. Wanneer het bidden niet meer lukt of de verhoring uitblijft, kan de vertwijfeling toeslaan.
De tijding dat je ongeneeslijk ziek bent, brengt een schok teweeg. Gemeenteleden, familie en vrienden vormen een intensieve gebedskring om je heen. Je krijgt de moed om ‘tegen je ziekte in’ te gaan bidden. Maar hoe lang houd je dat vol?
Je kunt ook proberen het nare bericht wat weg te duwen. Zolang je nog niet veel merkt van het voortschrijdend ziekteproces probeer je zoveel mogelijk in de running te blijven. Je werkt extra hard.
Zo verging het mij tenminste toen ik de diagnose kreeg: ‘U hebt de ziekte van Parkinson, maar dan wel in niet-progressieve vorm.’ Vanwege het ongeneeslijke karakter van de ziekte dreigde ik wat weg te zakken in een passieve houding. Voor mijn gevoel bleef mijn persoonlijk gebedsleven zelfs ver onder de maat. Romeinen 8:26 sprak mij toen aan. ‘Wij weten niet hoe we bidden moeten zoals het behoort, maar de Geest zelf bidt in en voor ons.’
Toen ik na pas dik twee jaar aan de gemeente bekendmaakte dat ik Parkinson had, werd ik erg gesterkt door gebeden van anderen. Gevolg was ook dat ik tijdens mijn pastoraat de vraag moest beantwoorden: ‘En hoe is het met ú, dominee?’ Het gebedsteam van de gemeente vroeg: mogen we voor u bidden? ‘Graag’, zei ik. Ik ging inzien dat het gebed van anderen reeds een onderdeel is van de verhoring van mijn slappe gebeden. Genezing is immers niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk nodig! Mijn gebeden verflauwden echter gaandeweg. Door met en voor anderen te bidden, kwam ik door de coronacrisis heen. God droeg ons. Ik werd bemoedigd door het voorbereiden en houden van mijn preken. Dankbaar haalde ik mijn pensioengerechtigde leeftijd.
Mijn medicijnen herinneren mij dagelijks aan mijn kwaal.
Het laatste jaar rukte mijn ziekte op. Ik werd erdoor gehinderd. Iets snel doen – ho maar. Knieoperaties leken niet te helpen. Pijn in mijn lijf dook her en der op. Maag- en darmproblemen gingen niet over. Verstijving sloeg toe. Traplopen ging moeizamer, we zijn daarom beneden gaan slapen. Ik viel met de fiets. Daar hield ik gelukkig slechts schaafwonden en wat kneuzingen aan over.
Gewrichtspijn en Parkinson versterken elkaar echter. Op mijn linkerbeen kan ik nauwelijks staan. Ik moet met een kruk de preekstoel op. Mijn lieve vrouw helpt me met aan- en uitkleden. Ik belast haar met mijn kwaal. Ik hoop nog steeds op enig herstel. Wanhopige gedachten slaan soms toe. Ik probeer extra te genieten van onze (klein)kinderen, broers en zussen en vrienden.
En dan stuit ik in de preekvoorbereiding op 2 Korinthe 12:9. Over die ‘doorn in het vlees’, die pijnlijk prikt en Paulus’ apostolisch werk uitermate hindert. De duivel lacht hem uit. Tegenstanders in Korinthe minachten Paulus vanwege zijn gebrek aan welsprekendheid. Ze ergeren zich eraan, dat hij geen geld wil ontvangen, dat hij weigert zich – net als zij – te laten voorstaan op zijn geestelijke piekervaringen.
Tot driemaal toe bidt hij intensief om verlossing van die gemene doorn. De aard van de kwaal wordt niet vermeld. Wat is Paulus kwetsbaar! Zijn gezag als apostel is in het geding. Zijn smeken tot God om hulp helpt niet. God antwoordt niet. Erger nog: God zegt ‘nee’, verhoort hem niet. Of toch wel? Met het ‘nee’ klinkt echter het ‘ja’. ‘Genoeg is mijn genade’. Het ontbreekt je aan niets. Je hebt immers Christus en zijn evangelie leren kennen. Je bent in zijn voetspoor gegaan. Lijden en geestelijke strijd horen daar helemaal bij. Klamp je aan Hem vast. Hoe jij ook wankelt, Hij wankelt niet.
En dan het geheimenis: ‘Als je zwak bent, dan ben je sterk’. De kracht van Christus brengt jouw zwakte tot zijn doel. Je wordt sterk in Hem. Los van Hem ben je nergens. Ik hoor het appèl: geef je opnieuw over aan Mij. Laat de genade van Christus door de kracht van de Geest positief in je uitwerken. Zichtbaar en merkbaar.
Juist in de diepte van de aanvechting daalt Jezus af. ‘Wij prediken Christus, de gekruisigde’, dat was toch de boodschap (1 Korinthe 2:2). Hij bad drie keer in Gethsemané tot zijn Vader. Werd bespot, vernederd. En juist zo werd Hij door zijn Vader verhoogd. Zo gaat in Hem de deur van het Koninkrijk van God open. Dat is de wereld op z’n kop.
In het ‘nee’ van het niet-verhoorde gebed klinkt het ‘ja’ van Gods vergeving, genezing en vernieuwing. Bidden met en voor zieken en voor jezelf is spannend. Wie in zijn kwetsbaarheid leert vertrouwen op Jezus gaat het merken: niets en niemand zal mij kunnen scheiden van de liefde van God!
Ds. Leo Smelt
Deze bijdrage verscheen in de eerste editie van 2025 van het tijdschrift Lichtspoor. Lees hier over de mogelijkheid om de Paaseditie aan te vragen voor ouderen in uw gemeente.