Begin mei ging een kleine groep jongeren uit IZB-Focusgemeenten op reis naar Schwerin en Rostock, waar ze twee projecten bezochten die vanuit de GZB worden ondersteund. Eén van de deelnemers was Joël de Groot uit de Nieuwe Kerk in Amersfoort. Zijn verlangen, na deze reis? ‘Ik zou graag meer echtheid zien.’
Hoe kijk je terug op de reis?
‘Ik vond het supervet. Het was een vol programma, maar het was ook heel leuk. We hebben hele mooie gesprekken gehad, met elkaar maar ook met Gerard en Janneke in Schwerin. Iedereen was open en kwetsbaar, terwijl we best diepe thema’s bespraken. Dan kom je erachter dat iedereen wel met dezelfde dingen bezig is, en dat verbindt. We hadden het bijvoorbeeld over roeping. Dan denk je: Gerard, dat is een zendeling, die zal wel een grote ervaring hebben gehad. Maar hij vertelde dat dat voor hem best een worsteling was geweest. Nou is iedereen mens, dus ergens is dat wel logisch, maar door die eerlijkheid leer ik wel dat het niet altijd zo hoeft te gaan.
Wat is een moment dat je bijblijft?
We waren op een gegeven moment in gesprek met elkaar over de kerk in Nederland en wat er allemaal anders moet. En toen zei André Walhout op een gegeven moment: ‘Als je in een oud kerkgebouw zit, en rondkijkt, kun je ook bedenken dat de kerk al zó lang genoeg is.’ Dat vond ik een mooie zin, die blijft me echt bij. De kerk is ook gewoon genóeg. Dat heeft mijn ogen geopend voor alles wat al goed en mooi is in de kerk, in plaats van alles wat ik nog wil toevoegen of anders wil.
Met welke vraag ging je op pad?
Van tevoren vroeg ik me met de gemeente af hoe je je geloof betrekt bij alledaagse dingen. Dat je niet in al je activiteiten meteen zieltjes gaat winnen, maar toch geloof ook een plek geeft in wat je doet. En we waren ook op zoek naar creatieve inspiratie. Blijkbaar is het in Duitsland een zendingsgebied: hoe pakken ze dat aan? Wat zijn ze concreet gaan doen? Die vraag werd voor mij beantwoord in het Patchwork Centre in Schwerin. We waren daar in gesprek met Christiaan, en hij had het over drie cirkels waar zij mee werken. Je hebt de cirkel van geloof, de cirkel van gemeenschap en de cirkel van werk, en die drie staan op zichzelf, maar in het midden raken ze elkaar. Dat zie je ook bij het Patchwork Centre. Het is een soort buurthuis, maar het wordt gerund vanuit een aantal gelovigen en vanuit christelijk perspectief. Iedereen is welkom, maar het is een christelijke plek. Je kunt er werken, maar er zijn ook kerkdiensten. Er zijn mensen die zingen in de band, maar die geloven niet. Geloof is geen vereiste om mee te doen in diensten of commissies. Dat vond ik mooi. Wij proberen het in de kerk vaak allemaal in één cirkel te proppen: er moet gemeenschap zijn, maar er moet óók geloof zijn, en alleen als je gelooft mag je iets betekenen in de kerk. Maar dat is teveel gevraagd, en het maakt dat je constant zoekt naar evenwicht. Wat nou als je niet alles tegelijk wil, maar je richt op één element?
Wat neem je van je reis mee terug naar je gemeente?
‘Twee dingen. Als eerste neem ik een soort relaxedheid mee naar mijn eigen kerk. We vragen ons in Nederland al snel af of we wel genoeg doen. Daar wordt je een beetje krampachtig van. Terwijl de kerk altijd al genoeg is! Toen ik naar Duitsland ging, dacht ik steeds: wat kunnen we veranderen, wat moet anders? Maar toen ik er eenmaal was, werd ik eigenlijk supertrots op wat de kerk al doet. We zijn al zo lang bezig met iets wat waarde heeft! Kerk-zijn is een zaak van de lange adem. Dat zag ik ook in het Patchwork Centre. Ze zijn al tien jaar bezig, en waar ze op hopen duurt lang en vraagt geduld. Als ik dan zie wat mijn eigen kerk al jaren onderneemt, dan zijn dat hele mooie zaadjes en gebeurt er al ontzettend veel.
Het andere: Ik zou graag meer echtheid willen zien in de kerk. In het Patchwork Centre waren haast alleen maar ‘echte’ mensen. Sommige mensen die zongen in de band, vonden dat zo spannend dat ze meteen na hun liederen gingen roken – gewoon tijdens de dienst. Dan kwamen ze halverwege het preekje weer terug. Dat vond ik leerzaam. Je hoeft in de kerk niet alles op een rijtje te hebben voor je naar binnen mag. Je mag er gewoon zijn, en als je met jezelf aan de slag wil, dan doen we dat samen, en anders is het ook goed. Het stelde me de vraag of dat in onze kerk kan. Er is zoveel schaamte bij ons, rond sommige thema’s. Mag je je verhaal doen, als je verslaafd bent of andere problemen hebt? Ik denk dat echtheid een plek is waar geloof en gemeenschap elkaar raken. Er ontstaat verbinding, als je laat zien dat je kunt geloven ondanks je eigen worstelingen. We zouden daar in de kerk een voorbeeld in moeten zijn: dat je bij iedereen voelt dat je er mag zijn, en er tegelijk geloof is dat Jezus levens verandert.
Wat was voor jouzelf de grootste les?
Dat het supermooi is oom dingen in de kerk te willen veranderen, maar dat dat ook ingewikkeld is. Want waar ik behoefte aan heb, is niet altijd waar een ander behoefte aan heeft. De betekenis van een kerk is voor iedereen anders. Dat is lastig, want ik wil graag dingen veranderen in de kerk waarin ik zit. Maar ergens is de kerk er ook al voor de mensen die daar zitten, en voor hen is dat genoeg. Moet je daar wel aan sjorren? Tegelijk: een kerk heeft wel echt de roeping om er te zijn voor je wijk, om hoop te geven. Het evenwicht tussen hoe ik daar invulling aan wil geven, en hoe anderen dat willen, dat is nog zoeken voor mij.